Door Gert Cauwenbergh
28/02/2021
De Brusselse meerderheidspartijen hebben als doelstelling om voor de groeiende Brusselse bevolking meer kwalitatieve woongelegenheden aan een betaalbare prijs op de huurmarkt te krijgen (1).
De voorgestelde oplossing is de installatie van een Paritaire Huurcommissie (PHC) samengesteld uit huurders en verhuurders. Concreet komt er een verbod voor eigenaars om een buitensporige huurprijs te vragen. Een huurprijs is buitensporig wanneer deze 20% hoger ligt dan de referentiehuurprijs – voorzien in het referentiehuurrooster en representatief voor de huurmarkt. Ook wanneer de woning substantiële gebreken vertoont, afgezien van de hoogte van de huurprijs, is er een vermoeden van buitensporige huur.
Of de genomen maatregelen tot de vooropgestelde doelstelling van meer kwalitatieve woongelegenheden zullen leiden, is af te wachten.
Dat een woongelegenheid moet voldoen aan minimale vereisten inzake hygiëne, veiligheid, comfort, enzovoort is een evidentie. Hoe de prijsregulering ervoor gaat zorgen dat er meer kwalitatieve woongelegenheden komen is onduidelijk. Met de genomen maatregelen zal een huurder nog altijd in een ongeschikt pand verblijven, hij zal er alleen minder voor betalen.
Of is dit niet meer een opstapje naar een centraal gestuurde huurmarkt? Dat Brusselse politici het eigen falend inspectiebeleid gebruiken om de huurmarkt in handen te nemen via het schaamlapje van de zoveelste commissie?
- https://www.standaard.be/cnt/dmf20210225_96313035